Gedeelde aandacht: manier van voorkomen van een burn-out en scheiding bij dertigers

Hoe kan gedeelde aandacht een burn-out en scheiding voorkomen bij dertigers? Een casus.

Een vrouw van 33 jaar,  Franca, vertelt me dat ze moe is, en dat haar hoofd  zo vol zit.  Ze slaapt  steeds slechter. En thuis reageert ze geprikkeld, ongeduldig naar haar twee kinderen en  maakt steeds vaker ruzie met haar man. Haar man denkt erover om bij haar weg te gaan. ‘Hij heeft er genoeg van!’  vertelt ze. Ze werkt als creatief therapeut in de zorg. Ze denkt eraan zich ziek te melden. Als ze me dit vertelt  wordt ze verdrietig want ze houdt van haar werk. “ Dit is al de tweede keer in drie jaar tijd, terwijl ik best met plezier werk.  Kan ik dan helemaal niet meer werken?” vraagt ze vertwijfelt. Ik vraag haar wat meer over de omstandigheden op haar werk te vertellen. Ze zucht diep en met gespannen stem vertelt ze: “We moeten met steeds meer mensen in dezelfde ruimten werken. Als we elkaar als collega’s tegenkomen zeggen we vooral tegen elkaar wat er nog gedaan moet worden. We houden de druk er steeds op. Ik ga het liefst mijn collega’s dan ook uit de weg. Ik voel me daardoor steeds meer op mezelf teruggeworpen. Ik zie meer mensen om me heen omvallen. Ik ben bang dat ik een burnout krijg. Mijn hoofd doet zo zeer. Het is alsof ik zit opgesloten in mijn hoofd ”
 Ik stel haar gerust. Ik vertel haar dat ze vooral overprikkeld is doordat het haar niet meer lukt om alle informatie en emoties ( zowel thuis als werk gerelateerd)  te verwerken.
Ze begint te huilen en dieper te ademen. “Er is zoveel waarover ik nadenk”
Ik vraag of ze haar aandacht wil richten naar haar rug, de steun van de rugleuning van de stoel kan gaan voelen.  “Mijn rug wordt langzaam aan helemaal warm. Een heel prettig  gevoel.” 
Na enige tijd zeg ik:” Richt je aandacht nu op je achterhoofd en voel de afstand tot je voorhoofd. Ervaar de ruimte in je hoofd. Het helpt om je mond zo ontspannen mogelijk te openen en  te zuchten.  Te uiten hoe zwaar je het allemaal vindt en wat je allemaal dwars zit.  Daarbij mag je gerust overdrijven.”
Ik laat haar zeker 10 minuten vertellen waarbij ik haar tussentijds stimuleer dieper te ademen en in haar rug te blijven voelen.  Na enige tijd verdwijnt zichtbaar de spanning in haar voorhoofd, en krijgt haar gezicht meer kleur.  Ze hangt onderuitgezakt in de stoel.
Zo heb ik me lang niet meer gevoeld. ” 

Door het prettige zelfgevoel en rust die ze ervaart na de zelfregulatie – in de vorm van expressieve ontspanning en vertellen  –  is er nu meer ruimte voor positieve emoties.  Rust, tevredenheid en genot zijn natuurlijke emoties die hun oorsprong vinden in een ontspannen lichaam.

Dus vraag ik haar:” Door alle spanning heen hoor ik dat  je werk prima bij je past en dat  je prestaties goed zijn. Vertel me eens wat je leuk vind en waar over waar je tevreden over bent op je werk?”
Ze vertelt hoe ze in haar creativiteit goed tot haar recht komt, en veel geeft om de bewoners.
“Ik heb prettige collega’s, we kunnen het goed vinden met elkaar maar hebben geen tijd om daar uiting aan te geven.”

Hier vertelt Franca eigenlijk de kern van het probleem; er is geen tijd voor de co-regulatie die kan ontstaan door positief gedeelde aandacht. Het delen van werkgerelateerde  emoties, maar ook plezier,  samen creatief zijn en onderlinge betrokkenheid  zou op deze afdeling kunnen voorkomen dat de werknemers – die hun werk op zich prima aankunnen – zo overprikkeld raken dat ze gaan omvallen. Overprikkeld zijn uit zich in allerlei lichamelijke klachten zoals hoofdpijn en sterke vermoeidheid, maar ook in een zekere emotionele labiliteit. Het drukke programma; veel en hard werken is niet het probleem, maar het gebrek aan zelfregulatie en co-regulatie – die men met cognitieve zelfsturing probeert op te vangen. Het werken wordt dan vooral moeten, volhouden en flink zijn. Het lichamelijke en emotionele zelfgevoel wordt steeds negatiever.  Naarmate de tijd vordert raken ze sterker uit evenwicht, en meer en meer op zichzelf teruggeworpen.  Terwijl er bij Franca – wellicht ook bij haar collega’s – nog geen sprake is van een burnout, hoewel het bij deze klachten daar wel op lijkt.

Hetzelfde geldt dus min of meer ook voor de  thuissituatie. Veel van deze dertigers komen overprikkeld van een dag werken thuis, waar meteen een nieuw intensief  programma  is.
Kinderen ophalen, boodschappen doen,  eten koken……………….
In het volgende gesprek komt Franca op mijn voorstel dan ook  samen  met haar echtgenoot Paul. Hij vertelt dat door alle stress  het klimaat er thuis niet beter op wordt.
“ Ik had me het leven anders voorgesteld. Ik voel me niet meer thuis. Ik twijfel of ik nog wel van haar houd.”  Paul heeft ook een verantwoordelijke baan bij de overheid. En wil thuis graag gezelligheid, die hij echter zelf ook niet zo goed kan creëren. Paul is een wat stille man die niet vaak opgewekt en vrolijk door het huis loopt. In het eerste gesprek vraag ik hem wanneer hij zich voor het laatst vrolijk gevoeld heeft. Na lang nadenken zegt hij:  “Na de geboorte van het eerste kind. Toen hadden we ook nog alle tijd en ook aandacht voor elkaar.  Dat mis ik de laatste tijd zo. ” Hij kijkt daarbij geroerd naar Franca. “Voor het eerst sinds lange tijd voel ik weer wat genegenheid” zegt Franca.

Om achter het stressgedrag van de ander te kunnen kijken en vervelend gedrag van elkaar te kunnen accepteren zijn er voldoende positieve relationele emoties nodig. Empathie floreert wanneer er sympathie, genegenheid, of liefde is. Het beroerde is dat bij overprikkeling en stress deze positieve relationele emoties naar de achtergrond verdwijnen. Wanneer de druk op de relatie bij deze jonge mensen gedurende langere tijd erg toeneemt, zie je dan ook dat de onderlinge betrokkenheid ( en empathie) afneemt, en  verdwijnt de liefde langzaam maar zeker onder het vloerkleed. Ik zie om me heen dat veel  relaties van dertigers op deze wijze stranden, zonder dat ze – mijn inziens – eigenlijk begrijpen wat er aan de hand is. Door de drukte in zowel gezin en als werk en de daarmee gepaard gaande stress nemen de momenten van gedeeld aandacht en daarmee ook de betrokkenheid zodanig af bij elkaar  dat er geen tijd meer is voor co-regulatie en er vindt eerder teveel co-escalatie plaats. Beiden gaan zich eenzaam, onbegrepen  en in de steek gelaten voelen.

Door de gesprekken hebben Paul en Franca opnieuw contact gekregen met hun positieve relationele emoties, en voelen ze zich weer verbonden met elkaar. Ze verdragen meer van elkaar. Franca is op haar werk gaan praten met haar collega’s en leidinggevende. Het gedeelde bewustzijn in het team veranderde al veel, zonder dat dit veel tijd kostte.

 

Print Friendly, PDF & Email