De psychodramaturg

De H.E.L.D. in ‘denken met gevoel’ in de narratieve ruimte

auteur: Mark de Jonge

Inleiding

Een psychodramaturg kan op zeer creatieve wijze alle mogelijke situaties in beeld brengen, structureren en dramatiseren en indien mogelijk, naar een oplossing leiden. Dit gebeurt aan de hand van vragen, problemen, dilemma’s, een ontwikkelingsvraag of een behoefte aan vernieuwing. Het ‘toneel’ van de psychodramaturg kan het theater zijn, een klaslokaal, de groepsruimte, de coachstudio, de kamer van het managementteam of de werkvloer van een bedrijf. Een psychodramaturg creëert een vrije ruimte voor mensen. Hierbinnen kunnen door authentieke rollenspelen en gesprekken, verhalen in mensen en tussen mensen, tot leven worden gebracht. Daarvoor is het belangrijk om als psychodramaturg goed te kunnen luisteren naar de verhalen die de protagonist verteld.

In dit artikel beschrijf ik wat verhalen vertellen en wat naar verhalen luisteren voor mensen kan betekenen. Dit brengt de mensen dieper in contact met zichzelf en vaak ook dichter bij elkaar. Door wat ze vertellen en de wijze waarop mensen hun verhalen vertellen, laten ze zien hoe ze, vanuit hun Handelen en spreken, hun Emotionele beleving, Lichaamsbeleving en Denkbeelden vorm geven aan de rollen die ze spelen in hun verhalen. In de loop der jaren is het me duidelijk geworden, hoe dit de vier belangrijkste zijnswijzen zijn, die de mens ter beschikking heeft. Door het Handelen en spreken, de Emotionele beleving, de Lichaamsbeleving en de Denkbeelden geven we betekenis aan ons leven. Het samenspel van deze vier zijnswijzen noem ik de H.E.L.D. Door als begeleider het bewustwordingsproces van de H.E.L.D bij de verteller te ondersteunen, kan deze de betekenisgeving van het verhaal vollediger ervaren.

De helende kracht van verhalen

Het leven is niet het leven dat je hebt geleefd, maar dat je je herinnert om te vertellen. Gabriel Marquez

Graag heb ik altijd geluisterd naar de verhalen die mensen vertellen. Het is denk ik, vooral hoe mensen vertellen en hoe ze opgaan in hun verhaal, maar zeker ook het unieke taalgebruik van ieder mens, waardoor ik geboeid en vaak ook zelf geraakt word. Dezelfde woorden kunnen in een ander verhaal, een andere betekenis hebben. Een gebeurtenis wordt door verschillende mensen anders verwoord. Ieder mens heeft zijn eigen verhaal.

Inmiddels luister ik 40 jaar lang, vele uren per week, als professioneel begeleider naar verhalen van mensen. Verhalen over allerhande ingrijpende gebeurtenissen, indringende ontmoetingen, kleine dilemma’s, grote problemen, kostbare verliezen, spannende reizen, teleurstellende relaties, interessante ontwikkelingen, emotionele vraagstukken, ………Het zijn geen verhalen in de klassieke betekenis van het woord; met een begin, een midden en een einde. Slechts een enkele keer vertellen mensen een volledig verhaal. De verhalen, die mensen mij vertellen, schetsen eerder een situatie of belichten een moment. Ze kunnen een serie gebeurtenissen beschrijven of geven slechts een sfeertekening. Mensen vertellen over hun innerlijke beelden of proberen hun gevoelens te verwoorden. Regelmatig gebeurt het dat mensen na enkele zinnen in tranen uitbarsten, of brengen verlegen en stotterend slechts enkele woorden uit. Maar ook gebeurt het dat er een heel rationeel verhaal verteld wordt .

Een gesprek kan beginnen met een alledaagse gebeurtenis, waar langzaam een dieperliggende betekenis uit tevoorschijn komt. Maar in welke vorm dan ook; ik ben er van overtuigd geraakt, dat het echt vertellen van en luisteren naar persoonlijke verhalen, door de tijd te nemen, zodat de werkelijk de betekenis ervaren kan worden, mensen goed doet. Het vervult vaak een wezenlijke behoefte; het delen van ervaringen, het ontdekken van dieperliggende betekenis in zichzelf of het vinden van antwoorden op vragen en oplossingen voor dilemma’s. Mensen leren zichzelf, maar ook elkaar beter begrijpen. In mijn beleving hebben de verhalen, die mij verteld worden in de loop der jaren steeds meer diepgang gekregen. Ik denk dat ik beter en anders heb leren luisteren; het lukt me steeds meer waarachtig aanwezig zijn als ‘professioneel’ luisteraar. Er ontstaat daardoor er een samenzijn waarbinnen de mensen meer de ruimte ervaren om daadwerkelijk te kunnen beleven wat ze vertellen. Ik heb steeds meer het gevoel dat ik als luisteraar in de ruimte van het verhaal kan stappen. Ik beleef het mee. Als luisteraar bevind ik me, samen met de verteller, in de ‘ruimte van het verhaal’, het wordt een gedeelde werkelijkheid. Er is werkelijk ‘contact’ tussen de verteller en de luisteraar. Er ontstaat bij ‘vertellen in contact’ ‘voeling’ met het verhaal wat verteld wordt, zowel bij degene die vertelt als degene die luistert. Het verhaal komt tot leven, en wordt driedimensionaal ervaren. Het vult de ruimte tussen de verteller en mij als luisteraar.

Wanneer twee mensen vanuit de intentie van ontmoeting samen een persoonlijk gesprek hebben, en emotioneel geraakt worden tijdens het vertellen, dan kan er door een wederzijdse bewogenheid een gezamenlijke ruimte ontstaan: de narratieve ruimte. Deze narratieve ruimte ontstaat door de bijzondere aandacht en betrokkenheid van een luisteraar en de wijze waarop iemand zijn of haar verhaal vertelt.

Francois Breuer (2006) beschrijft het contact in de narratieve ruimte als volgt:
De interactie tussen de verteller en de luisteraar biedt de mogelijkheid van het ontstaan van een ruimte, die ik de’ narratieve ruimte’ zou willen noemen, waarbinnen de wereld van de verteller en van de luisteraar elkaar ontmoeten en waarin ideeën, ervaringen, gevoelens en andere bewustzijnsinhouden met diepe interesse en respect voor de verschillende belevingswereld van elkaar, worden uitgewisseld. Kenmerkend voor deze ruimte is een bepaalde mate van openheid, intimiteit, ontvankelijkheid, en verwondering, die ondersteund wordt door een quasi tranceachtige staat van bewustzijn, die tegelijkertijd een alertheid naar buiten en een zelfonderzoek naar binnen toelaat.

De narratieve ruimte is de ruimte waarbinnen het verhaal verteld wordt. Deze komt voort uit de innerlijke ruimte van de verteller. Als luisteraar ben ik deelgenoot van de narratieve ruimte. Ruimte als gedeelde bewustzijnservaring tussen verteller en luisteraar. De wijze waarop een verhaal verteld kan worden, is dus ook afhankelijk van de wijze van aanwezig zijn van de luisteraar.

Echt verhalen vertellen kan werkelijk een spontane ontmoeting zijn. Verhalen die vanuit de beleving worden verteld, veranderen op hetzelfde moment, evenals de verteller. Het verhaal vertelt dan zichzelf. De verteller is daarna niet meer dezelfde, maar ook de luisteraar wordt geraakt, en verandert. Er vinden spontane veranderingen plaats, vaak gepaard gaand met verrassende momenten van bewustwording, die door de verteller als zinvol worden ervaren. Verhalen vertellen is een veranderingsproces. Verhalen vertellen is een bewustwordingsproces en heeft een helende werking.

De H.E.L.D in verhalen

Naast het werkelijk luisteren en de helende werking van de narratieve ruimte, zijn er voor de professionele luisteraar mogelijkheden om de bewustwording en het veranderingsproces tijdens het vertellen te ondersteunen door contactgerichte interventies. Deze kunnen de verteller helpen contact te krijgen met andere of dieperliggende betekenissen, waardoor het verhaal zich verder en vollediger kan ontwikkelen. Door een juiste interventie kan een interne dialoog op gang komen, die het verhaal een andere wending geeft. Het is de kunst de verteller te helpen zijn of haar bewustzijn uit te breiden.

Waar kan een verteller zich allemaal bewust van zijn? Ik ben gaan beseffen dat een mens vier zijnswijzen heeft, die een verteller meer of minder bewust kan beleven: namelijk zijn Handelen/ spreken, zijn Emotionele beleving, zijn Lichaamsbeleving en/of zijn Denken. Deze vier zijnswijzen vormen samen de H.E.L.D. Deze kunnen in het bewustwordingsproces tijdens het vertellen, een geheel vormen. Dit is vaak op de momenten van een nieuw inzicht, een andere beleving, een antwoord of een oplossing op een dilemma. De verteller is zich echter, in eerste instantie, meestal maar zeer ten dele van één of twee zijnswijzen bewust. Er is soms slechts een klein duwtje van de begeleider, door een vraag of een opmerking, nodig, om het bewustzijn te stimuleren van de H.E.L.D zodat het verhaal zich verder kan ontvouwen en de betekenis zich verder kan uitbreiden. Deze wijze van interveniëren heb ik vooral leren toepassen door mijn ervaringen in de lichaamsgerichte psychotherapie, de Rogeriaanse therapie, de focussing techniek van Gendlin, haptonomisch werken, zoals ontwikkeld door Frans Veldman en de Gestalttherapie. Hieruit is langzaam maar zeker, in de loop der jaren de integratieve benadering van Creattitude ontstaan.

Het antwoord op een vraag kan bijvoorbeeld in het lichaam gevonden worden. Zoals in het volgende verhaal:

Tijdens het eerste gesprek vertelt een cliënt vertelt dat hij regelmatig last heeft van een benauwd gevoel in de borst. Deze klacht ervaart hij sinds hij een nieuwe baan heeft en van Friesland verhuisd is naar Arnhem. Cliënt vertelt terloops, zonder enige vorm van zichtbare emotie, dat hij Friesland wel mist. Hij vertelt met plezier hoe hij het naar zijn zin heeft in zijn nieuwe baan en geniet van de bosrijke omgeving van Arnhem. Hij begrijpt niet dat hij zo’n benauwd gevoel heeft in zijn borst. Aan het eind van zijn verhaal kijkt hij me vragend aan. Ik
zeg:” Je wil dat gevoel in je borst beter begrijpen, zou je er meer contact mee willen maken door je aandacht erop te richten?” Hij knikt.
Ik vraag hem vervolgens zich op zijn borst te concentreren; zijn ogen dicht te doen, zijn borst door de ademhaling te voelen bewegen, de ruimte in zijn borst te voelen. Hij activeert als het ware zijn lichaamsbeleving, waarin mogelijk zijn emotionele beleving besloten ligt. In de uitdrukking van zijn gezicht wordt na enige tijd zichtbaar dat hij verdrietig is. Hij wordt zich bewust van zijn emotie. Hij begint te huilen. Ik vraag wat hem verdrietig maakt? Hij vertelt opnieuw dat hij altijd in Friesland heeft gewoond. Ik nodig hem uit er meer over te vertellen. Hij beschrijft in geuren en kleuren het uitgestrekte Friese landschap: de stille meren en het prachtige licht, waarvan hij bijna dagelijks kon genieten, tijdens zijn vele ochtend wandelingen. Hij vertelt enthousiast over de vrienden waar hij op bezoek gaat, en het regelmatige familietreffen waar hij graag komt. Hij heeft het in Arnhem geweldig naar zijn
zin, maar realiseert zich nu dat hij de Friese ruimte, de lucht, de mensen en de taal meer mist dan hij zich bewust was. Hij deelt op dit moment met mij zowel zijn gedachten als zijn emoties. Hij vertelt een bewogen verhaal. Het benauwde gevoel in zijn borst is verdwenen. Hij herkent nu de benauwdheid in zijn borst als een verdrietig gemis. In de narratieve ruimte heeft hij zelf antwoord op zijn vraag, wat dat benauwde gevoel betekent, gevonden. Het antwoord lag in de lichaamsbeleving besloten, en leidde tot een moment waarop de cliënt zich bewust als een geheel kon voelen.

Deze casus illustreerde hoe de verteller zich tijdens het vertellen, op het moment dat het verhaal stokt, door een kleine interventie, bewust kan worden van de wijze hoe hij over het verhaal vertelt. Hij kan ervaren wat de betekenis is, die in de lichaamshouding tot uitdrukking komt, waardoor de ‘ ervaring door kan gaan’; zoals in het volgende verhaal.

Een jonge man vertelt tijdens een gesprek afstandelijk dat zijn vrouw bij hem is weggegaan. Hij voelt er niets bij en gaat er vanuit, zo zegt hij enigszins arrogant, dat ze wel tot bezinning zal komen. In een hoog tempo vertelt hij wat er allemaal aan vooraf gegaan is. Dan zit hij stil op zijn stoel. Zijn schouders hangen naar beneden. Hij staart voor zich uit. Ik vraag hem of hij zijn aandacht wil richten op hoe hij zit. Of hij ook kan voelen hoe hij zit en dit kan verwoorden. Na enige tijd stilte zegt hij: “Ik voel me lamgeslagen.”

Het proces van betekenisgeving gaat nog verder als hij vervolgens zegt “het is onontkoombaar, mijn vrouw is voorgoed bij me weggegaan.” Op dit moment ziet hij zijn situatie onder ogen, hij ervaart het als een onontkoombare werkelijkheid. Na opnieuw een lange stilte verstrakken de spieren in zijn gezicht, hij trekt zijn armen tegen zijn lichaam. Als ik tegen hem zeg: “voel je gezicht en je armen” begint hij te huilen en zegt:” ik kan het niet accepteren. Ik wil haar niet laten gaan, ik kan haar niet loslaten.”

Een pijnlijk maar betekenisvol moment waar denken, lichaamshouding, emotioneel zijn en spreken spontaan een geheel vormen. Een simpele vraag, na een moment van stilte, helpt bij de bewustwording. In dit verhaal ligt de betekenis besloten in de lichaamshouding. Doordat hij deze lichaamshouding gaat beleven, maakt hij contact met de emoties die daarin besloten liggen, en de gedachten die daarmee verbonden zijn. De lichaamstaal laat vaak de betekenis al zien voordat de verteller zich dat bewust is.

De lichaamstaal van de H.E.L.D.

Het lichaam wordt wel het theater van de emoties genoemd. In het lichaam treden emoties op. Emoties brengen ons in beweging en beeldhouwen ons lichaam. Tegelijkertijd kunnen we onze motoriek gebruiken om emoties in banen te leiden. Volgens Ekman, die 30 jaar onderzoek gedaan heeft naar de universaliteit van emoties, kunnen we emoties nooit helemaal verbergen. Veel expressie van emotie vindt plaats in het gezicht. De beweeglijkheid van onze gezichtsspieren is enorm. Combinaties van bewegingen van specifieke gezichtsspieren vormen actie-eenheden, die emoties uitdrukken. Ekman ontdekte 43 actie-eenheden in het gezicht. Wij zijn in staat tot 10.000 mogelijke gezichts-uitdrukkingen, waarvan er 3000 een emotionele betekenis hebben. Dit verklaart de grote variëteit aan emoties die we kunnen ervaren en waarnemen in onszelf en bij elkaar. Er is altijd wel een minuscule spierbeweging waaraan een emotie ten grondslag ligt, die onze gedachten verraadt. Gedachten die betekenis voor ons hebben, zijn altijd verbonden met die betekenisgeving in de vorm van emoties (wat feitelijk lichaamsveranderingen zijn die je in jezelf kunt ervaren en ook waarnemen bij anderen) en bijbehorende motoriek. Dit zijn de zichtbare aspecten van onze geest.

Het samengaan van gedachten, emoties en motoriek op specifieke wijzen vormt integratieve patronen die ten grondslag liggen aan lichaamstaal. Door het trainen van lichaamsgevoel kun je bewuster worden van deze integratieve patronen. Lichaamstaal laat dus deze integratieve samenhang zien. Deze komt zodanig in het lichaam tot uiting dat ik soms het idee heb dat ik de gedachten al kan horen, of voelen aankomen voordat ze worden uitgesproken. Is het werkelijk mogelijk gedachten bij anderen te horen, te zien en te voelen?

Misschien is het volgende voorbeeld herkenbaar. Je praat met een vriend. Hij beweegt zijn hoofd heen en weer, en je ziet hem denken ‘ik ben het er niet mee eens’. Of de beweging drukt vooral verbazing uit en je hoort hem denken ‘hoe is dit mogelijk?’ Het kan ook een vastbesloten schudden van zijn hoofd zijn waarbij je de gedachte bijna tastbaar in jezelf voelt opkomen ‘het gebeurt niet’ .

Op deze wijze kunnen we gedachten van anderen horen, zien en/of voelen. Vaak word je bevestigd als de ander deze gedachte daadwerkelijk uitspreekt. Gedachten zijn , door het bewustwordingsproces, wanneer ze tot leven komen blijkbaar waarneembaar in, sterker nog; ze maken deel uit van de emotionele motoriek en lichaamsexpressie. Dit sluit aan bij een uitspraak van de bekende bewustzijnspsycholoog William James1 (1842 – 1910 ) : “De gedachte is de denker”. Het op deze manier waarnemen van gedachten is niet een afstandelijke rationele observatie, maar het gebeurt spontaan. We ervaren het zintuiglijk in ons zelf. Emoties, lichaamsexpressie en motoriek drukken gedachten uit. Brengen de gedachten tot leven. Ze vormen samen de patronen van de lichaamstaal waardoor je gedachten kunt lezen. Ik noem dit integratieve patronen; ze integreren handelen, emotie, lichaamsbeleving en denken. Verbazing is een voorbeeld van een integratief patroon. Verbazing komt dus voort uit de samenhang tussen emotie, lichaam en denken. Hierbij is het geheel meer als de som der delen.

De integratieve patronen vertellen iets over hoe we ons in de verschillende situaties van ons leven gedragen, welke emoties we daarbij ervaren en wat we erbij denken. Integratieve patronen worden dan ook voelbaar en zichtbaar, zowel voor ons zelf als bij anderen, door beweging, stemgebruik, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en taal. Het zijn ook patronen die herhaaldelijk optreden. Vraag maar eens aan je partner hoe jij ’s morgens opstaat, hoe jij thuiskomt na jouw werk, hoe jij bij een tegenslag reageert, hoe jij vertelt als je iets leuks hebt meegemaakt of hoe jij genegenheid toont. We uiten en gedragen ons in herkenbare patronen. Deze betekenisgeving komt tot uiting in het lichaam en het denken. Door emoties kunnen we ervaren wat de indrukken die we opdoen, gebeurtenissen van alledag, voor ons betekenen. We worden blij, verdrietig, zijn verbaasd, verwonderd of nieuwsgierig……… ………etc . Een veelkleurig schilderspalet van emoties waarmee we uitdrukking aan onszelf kunnen geven.

1 William James James, W.(2003) Vormen van religieuze ervaringen. Een onderzoek naar het wezen van de mens. Uitgeverij Abraxas Amsterdam.(Oorspronkelijk uitgegeven 1907)

Literatuur

Blatner, A.(1997) Acting-in.Practical aplications of psychodramatic methods.
London. Free association books

Breuer, F. (2006) Storytelling als interactieve interventie. Toepassen van de narratieve benadering organisatieverandering. Pag 61-78 in Interveniëren en veranderen. Zoeken naar betekenis in interactie. Boonstra, J & De Caluwé, L. Kluwer.

Fonagy, P& Gergely, G.& Jurist, E.L.& Target, M. (2005) Affectregulation, Mentalization, and the development of the self. London Karnac,

Gendlin, E. (1981) Focussen, Gevoel en Lijf. Haarlem.. Uitgeverij De Toorts

James, W.(2003) Vormen van religieuze ervaringen. Een onderzoek naar het wezen van de
mens. Uitgeverij Abraxas Amsterdam.(Oorspronkelijk uitgegeven 1907)

Jonge, C.M. de (2012) De psychodramaturg. H.E.L.D in denken met gevoel. Academie voor
Arnhem. Psychodrama en groepsprocessen.

Lambrechts, G (2001) De gestalttherapie. Berchem George Lambrechts en uitgeverij EPO. B

Marquez, G (2003) Leven om te vertellen. Amsterdam Meulenhof.

Moreno, J.L. ( 1985) Psychodrama. First Volume. Fourth edition with new introduction.
Beacon house 1985

Roine, E. Psychodrama. Group Psychotherapy as experimental theatre. London.Jessica
Kingsley Publishers

Siegel, J.S (1999) The developing mind. How relationships and the brain interact to shape
who we are. New York The Guildford Press.

Veldman, F. (1987) Haptonomie. Wetenschap der affectiviteit. Uitgeverij Erven
Utrecht J.Bijleveld.

Yablonski, L (1992) Psychodrama. Resolving emotional problems through role-playing
New York Brunner/Mazel Publishers.

Print Friendly, PDF & Email