Verhalen vertellen verandert en organiseert ons geheugen.

auteur: Mark de Jonge

Opmerking van de auteur: dit artikel is een deel van een boek wat ik aan het schrijven ben. De bijgevoegde literatuurlijst zijn niet alleen de referenties toe, maar de volledige literatuurlijst

Verhalen vertellen verandert en organiseert ons geheugen,en onthult sporen naar de ziel

                                                                             Het geheugen is een van de mooiste werkelijkheden van de ziel

                                                                             John O’Donohue

Het mysterie van ons menszijn moet steeds opnieuw worden ondervonden, steeds opnieuw worden gevoeld. De poëzie waarmee de mens is omringd, en die sterke gevoelens kan uitdrukken is slechts één kunstvorm van schoonheid die het diepe gevoelsleven van de mens weerspiegelt. Zoals David Grossman zegt over zijn meer poëtisch geschreven roman Uit de tijd vallen met verhalen over ouders waarvan hun kinderen zijn gestorven; “de kracht van poëzie is dat er wordt iets gezegd, en tegelijkertijd wordt het niet gezegd. Ik had niet anders over het verlies van mijn zoon kunnen schrijven.” Het vertellen van verhalen brengt ons dichter bij onszelf en bij elkaar in het gevoelsveld. We komen door het gebruik van ons eigen unieke taalgebruik dichter bij onszelf, en in de daaruit volgende samenspraak tegelijkertijd tot meer gedeeld begrip. Een vollediger levensverhaal met nieuwe inzichten over onszelf en dierbare anderen.  Dit is een creatief proces waardoor we komen tot een meer samenhangend zelfgevoel.

Elkaar ontmoetingen in herinneringen

Het ontmoeten van mensen in dit creatieve proces, of dit nu als begeleider in psychotherapie, coaching of supervisie is, of bijvoorbeeld een gesprek tussen vader en zoon, vraagt om een respectvolle benadering. Cliënten willen een betrokken mens tegenover zich, kinderen willen een betrokken ouder tegenover zich, en naarmate de leeftijd vordert van de kinderen ook andersom, we zoeken als ouderen ,ook de betrokkenheid van onze kinderen, of van de jongere generatie, met wie wij onze  persoonlijke  inzichten of verworvenheden als  verhalen kunnen delen. Waar een sfeer van ruimte en openheid is, kan het proces van herinneren, vertellen en delen op gang komen. Dit is een delicaat en vaak ook confronterend proces; zowel voor de verteller als de luisteraar. Vooral als het een verhaal aan elkaar over elkaar is; zoals als het uitwisselen van familieverhalen en gesprekken tussen ouders en kinderen. Als je kinderen dertigers zijn en je kijkt samen terug naar pijnlijke gebeurtenissen dan  kan dit soms confronterend zijn en lastig om te ontwarren. Herinneringen veranderen, zijn per persoon verschillend en de betekenisgeving van gebeurtenissen ontvouwt zich in de tijd.  Je kunt het vergelijken met iemand die zijn autobiografie schrijft. Een autobiografie is niet slechts een verhalende en zo’n feitelijke mogelijke reconstructie van ons verleden, maar eerder een veranderende herbeleving van wat we eerder – mogelijk ook onbewust – hebben meegemaakt.

Een goede autobiografie is meer dan een opsomming van herinneringen. Wat je in je leven is overkomen is zo met elkaar verweven dat wat je in het begin schrijft te maken moet hebben met wat je in de hoofdstukken verderop wilt schrijven. Chronologie is zoek omdat iets wat in de  jeugd gebeurd is, dikwijls het gevolg is van een voorval op oudere leeftijd. Schrijft Marten Toonder in een brief aan Dick Matena                                                                                     

Vaak is ons geheugen beperkt en blijkt achteraf selectief gevormd, zoals de Amerikaanse psychiater  Irvin yalom beschrijft in zijn memoires (2017): Dichter bij het einde, terug naar het begin. Hij wordt zich, mede door brieven van inmiddels volwassen geworden klasgenoten en vriendjes uit zijn kindertijd bewust van hoe hij positieve herinneringen van zijn vader geblokkeerd had, zich weinig bewust was van drijfveren van z’n vader die hem – nu achteraf – alsnog trots maakten. Een proces wat ook gepaard ging met existentiële schaamte en verdriet doordat hij in zijn herinneringen zijn vader tekort had gedaan. Hannah Arendt daarentegen idealiseerde haar vader in haar herinneringen:

De volwassen Hannah Arend zou zich haar vader Paul Arendt als een tedere, vriendelijke, geleerde man herinneren, maar op haar vijfde jaar kon ze al nauwelijks met hem praten en moest ze hem met kaart spelletjes afleiden van de afschuwelijke pijnen die hij leed. Toen hij geestelijk aftakelde, herkende hij zijn eigen dochter niet meer.

Jan Brokken ( 2010, p.225) Zoals het schrijven van zijn autobiografie voor Günter Grass (2003) een zelfonderzoek was, een confrontatie met zichzelf, tevens een publieke bekentenis. Een verwerkingsproces van existentiële schuld en schaamte door bewustwording. Door het schrijven is hij misschien  beter gaan begrijpen wie hij is geworden. Hij beschrijft zelf het proces van herinneren als het pellen van een ui:

De herinnering houdt van verstoppertje spelen zoals kinderen dat doen. Ze kruipt weg. Tot mooipraterij neigt ze en ze smukt ze graag op, vaak zonder noodzaak. Ze spreekt het geheugen tegen, dat zich pedant gedraagt en twistziek gelijk wil hebben. Als je haar met vragen op de huid zit, lijkt de herinnering op een ui die van haar rokken ontdaan wil worden opdat kan worden vrij gelegd wat letter na letter af te lezen is: zelden ondubbelzinnig, vaak in spiegelschrift of op een ander manier versleuteld. Grass (2003, p.p. 9, 10, 11 )

Volgens  Daniel Siegel (1999) kunnen we  ons verleden nooit herinneren hoe het was,  want elke actie van herinneren, verandert volgens hem deze opgeroepen herinneringen. De betekenisgeving van wat was, ontwikkelt zich verder, het verhaal gaat door met onverwachte wendingen en andere gebeurtenissen; nieuwe herinneringen en een  ruimer perspectief ontvouwt zich. Douwe Draaisma schrijft: “ Er is niet veel voor nodig om herinneringen te laten veranderen. Ze nog eens aan iemand vertellen is soms al genoeg.” ( 2016, p.7)

En uit de tekst op de achterflap van het boek van Wim Kayzer (1995)  : “Vertrouwd en o zo vreemd. Over geheugen en bewustzijn”  schreef de toonaangevende geheugenpsychologe Elizabeth Loftus:

Het is bijna een wonder dat we ons ook maar iets kunnen herinneren zoals het werkelijk gebeurde. Onze herinneringen worden voortdurend veranderd: ze veranderen of ze worden eenvoudigweg vernietigd.

 Zij was een van de gasten die door Wim Kayzer werden uitgenodigd voor een vertelling over geheugen en herinnering. In zijn uitnodigingsbrief stond één vraag centraal: “Zullen we ooit iets van ons bewustzijn kunnen begrijpen als we niet eerst ontraadselen waarop het drijft: geheugen en herinnering?”

Volgens Levine (2015, p.35) komt uit  recent onderzoek komt nadrukkelijk naar voren ‘dat herinneren een reconstructief proces is.’  Dat betekent dat er tijdens het vertellen voortdurend ‘informatie wordt gefilterd, toegevoegd, verwijderd, opnieuw geordend en bijgewerkt’. Emoties die tijdens een gesprek ontstaan – angst niet begrepen te worden, verdriet over wat niet was , boosheid door gekwetstheid –  kunnen de gedeelde aandacht gemakkelijk doorbreken, vooral als het een gesprek is ‘met elkaar over elkaar’. Het gevoelsveld lost op, en onze herinneringen worden gekleurd, dit leidt gemakkelijk tot ruzie en het gesprek eindigt met twee mensen die zich niet begrepen voelen. Terwijl een moment daarvoor nog een sterke verbondenheid voelbaar was die het gevoelsveld kenmerkt. Ook wanneer tijdens therapiesessies herinneringen worden opgeroepen  kan dit gebeuren. Peter Levine ( 2015, p.32) onderkent dit:

In het klinische werk met traumatische herinneringen werd tot nu toe onvoldoende begrepen dat onze huidige stemming, emoties en lichamelijke  sensaties ( om welke reden ze dan ook worden opgeroepen) een diepgaande invloed hebben op wat we ons ‘herinneren’. De herinnerde beelden en gedachten waarvan we ons bewust worden, worden opgeroepen en ( onbewust) uitgekozen  om aan te sluiten bij onze huidige ervaringstoestand. Onze stemmingen en sensaties op het moment van herinneren spelen      een cruciale rol in de wijze waarop we ons een bepaalde gebeurtenis herinneren – ze zijn bepalend voor onze steeds veranderende relatie  tot deze ‘herinneringen’, de manier waarop we ermee omgaan en de nieuwe vorm die we eraan geven.

Herinneringen maken een belangrijk deel uit van onze kennis en ons historisch zelfgevoel, van waaruit we ons oriënteren om in ons huidige leven keuzes te kunnen maken en antwoorden op onze problemen te vinden. Ons zelfgevoel geeft voeding aan onze wil en richting aan het pad dat we kiezen naar de toekomst. Herinneringen vormen de bewuste en onbewuste verhalen waarin we wonen. Hoe meer deze een samenhangend innerlijk verhaal vormen hoe sterker we een gevoel van  stabiele narratieve identiteit en welzijn ervaren (Adler et al, 2016). Stanley Greenspan  over oriëntatie zelfgevoel…………………………..

Vooral in het gevoelsveld, waar we echt geraakt worden in het verhaal dat we vertellen, of het verhaal waar we naar luisteren, vindt zinvolle en integratieve ontwikkeling van gedeelde betekenisgeving plaats. Hierdoor komen we dichter bij onszelf en bij elkaar. Soms leren we elkaar anders kennen; we luisteren met andere oren en kijken met nieuwe ogen naar onszelf en de ander. Nieuwe dimensies ontvouwen zich in ons gedeelde bewustzijn. Herinneringen kunnen een  toegang tot  het gevoelsveld openen, een weg soms naar ongekende diepten.  Volgens O’Donohue vinden we ‘de schoonste aanroeping van de macht, tegenwoordigheid en rijkdom van de herinnering in boek 10 van Augustinus ’belijdenissen’:

Groot is de macht van de herinneringen, ongemeen groot. O, mijn God, in mij bevindt zich een onbegrensde ruimte die zich nog steeds uitbreidt. Wie kan haar diepste diepte bereiken? Toch is zij een vermogen van de ziel en behoort tot mijn natuur.

Onze herinneringen zijn een onuitputtelijke  bron waarin we kunnen ervaren wie wijzelf en dierbare anderen zijn – althans in onze beleving – en bieden soms op geheel onverwachtse wijze  toegang naar de ziel van het gevoelsveld. Door onze herinneringen ervaren we stabiliteit en identiteit; tegelijkertijd worden we bewust dat wij – en de anderen – een mens in wording zijn.

Geen van onze beleefde momenten gaat verloren. Ook al kunnen we er ons nauwelijks nog iets van herinneren, ze zijn er nog, aan de oevers van ons bewustzijn, en bepalen gezamenlijk elk nieuw moment, dat daarom wezenlijk anders zal zijn dan de voorafgaande ogenblikken. ( Hermsen, 2010, p.13)

Elke bewustwording in het hier en nu, door het verwoorden van een voorafgaand moment – is de bewustwording van een herinnering – soms slechts een fractie van een seconde geleden. Stilte biedt ons de ruimte om in onze geest vernieuwend te zijn. Een nieuwe innerlijke reis te maken. Dat te verwoorden wat we nog niet hebben verwoord, en dus dat te denken wat we nog niet eerder gedacht hebben. Volgens Montaigne ( 1533-1592) richt het creatieve denken zich  niet op wat al reeds gedacht is, maar juist op datgene wat nog niet eerder onder woorden is gebracht. Hij ging in zijn filosofie uit van een altijd in beweging zijnde geest. Alle kennis zag hij als tijdelijk.  Hermsen schrijft in haar dagboek dat  het juist een nieuwe omgeving is die gaten schiet in onze vast denkpatronen waar we zo vaak in verstrikt zitten. Het doorbreken van deze vaste patronen leidt tot nieuwe kennis. We kunnen zelfs in onze eigen gedachten soms  een verassende vorm van schoonheid ervaren. Dit is niet alleen weggelegd voor dichters en filosofen. 

Herinneringen bieden  een goede toekomst.

In onze geschiedenis kunnen we ontdekken en leren begrijpen hoe we zijn geworden wie we zijn en wie we nog niet zijn geworden.  We worden  bewust welke ontwikkeling we nog niet hebben doorgemaakt. We vertrekken – bewust en onbewust – vanuit herinneringen, waarmee we naar het huidige leven en de toekomst kijken. Onze herinneringen vormen ons zelfgevoel, van waaruit we ons oriënteren op ons leven. Douwe Draaisma ( 2016 )  schrijft dat het een feit is dat ervaringen van je jeugd hun stempel hebben gedrukt op wie je bent geworden. Negatieve en positieve ervaringen, ook gemis aan ervaringen hebben ons gevormd. Het positieve is dat  herinneringen aan deze ervaringen het materiaal zijn waarmee we ons verder kunnen ontplooien en onze toekomst richting kunnen geven. We kunnen deze herinneringen tot leven laten komen, verder construeren  – wanneer we ze opschrijven of erover vertellen – ze als het ware verder inkleuren en betekenis geven.  

Het ‘reminiscentie-effect’, de terugkeer van herinneringen aan de tijd dat je vormende jaren doormaakte, kan dat deel van je leven met terugwerkende kracht een waarde geven waarvan je je op het moment zelf helemaal niet bewust was. Nu pas zie je wat een ontmoeting, een gesprek, een boek voor je verdere leven heeft betekend en krijgen herinneringen daaraan een andere beleving.( Draaisma, 2016, p.11)

Zo wordt je soms ook bewust dat bepaalde gebeurtenissen uit je jeugd je een bepaalde kant op hebben geduwd; soms heel geleidelijk, soms door aangrijpende gebeurtenissen of  door radicale keuzes die je hebt gemaakt. Vaak vertellen mensen dat ze op dit soort momenten vooral luisterden naar hun gevoel.

Vroeg of laat lijkt het of iets ons oproept een specifiek pad in te slaan. We kunnen ons dit ‘iets’ herinneren als een kortstondig verhaal uit de kindertijd, toen een fascinerende impuls vanuit het niets, een bepaalde omslag van de gebeurtenissen, ons trof als een aankondiging: dit is wat ik moet doen, dit is wat ik moet hebben. Dit is degene wie ik ben. ( Hillman, 2016, p.13)

Hillman spreekt hier van het volgen van je bestemming, Arnold Cornelis noemt dit luisteren naar de logica van je gevoel. Zo zijn gebeurtenissen uit onze jeugd de stapstenen van een positief spoor van leven.

Op weg naar de ziel met positieve herinneringen

Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stilgehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een  gespeend kind in mij. Psalmen 131:2

Vanaf de eerste dag dat we leven maken we geschiedenis, we maken herinneringen. Sommige herinneringen zijn meer en andere minder indrukwekkend. “Sommige dagen glijden voorbij zonder een spoor na te laten, andere staan in ons geheugen gegrift”  Wiking ( 2019) Herinneringen hebben een kern van waarheid, en kunnen veranderen op het moment dat we eraan terugdenken en erover vertellen. We kunnen dus een herinnering niet feitelijk en vaak ook niet chronologisch herinneren. Volgens de neurowetenschapper en Nobelprijswinnaar Eric Kandel bestaan er geen feiten, maar alleen betekenissen. Herinneringen herinneren aan  een beleving. Een herinnering aan een gebeurtenis met een persoonlijke betekenis en vormgeving. Deze betekenissen aan gebeurtenissen kunnen we verder vormgeven en ontwikkelen door erover te vertellen of ze in een psychodrama uit te spelen. Dit geeft mogelijkheden als het gaat over de vraag hoe positieve gebeurtenissen van vroeger voor het huidige leven van betekenis kunnen zijn. We kunnen juist de positieve gebeurtenissen niet alleen herinneren en herbeleven, maar ook vernieuwen. Dat kunnen we doen door  positieve gebeurtenissen te herinneren en deze opnieuw binnen te wandelen door eraan terug  te denken en erover te vertellen. We maken dan contact met de positieve emoties uit die herinnering met al onze zintuigen; ze komen dan  tot leven in het hier en nu. De herinnering wordt krachtiger, dieper, ruimtelijker en kleurrijker en verandert onze stemming in het hier en nu. Voorbeelden uit mijn eigen leven zijn mijn jaarlijkse reis naar de westkust van Ierland, mijn 15 jaar lang elk jaar vijf dagen fietsen met een groep goede vrienden in de Ardennen, Of de eerste 6 jaar van mijn leven die ik op een binnenvaart schip heb doorgebracht met mijn ouders. Van het geluid van dieselmotoren wordt ik nog steeds rustig, de lichtval op water geeft me een nostalgisch gevoel, de bomenrijen langs het water  doen me thuis voelen. Deze kinderjaren zijn een kamer in mijn geest geworden, evenals die van het fietsen en mijn verblijf in Ierland. 

Vooral in de magische wereld van het kind hebben er veel mooie indrukwekkende gebeurtenissen  plaats gevonden. Die soms een kamer in onze geest vormen, waarvan de deuren open kunnen gaan. Zoals de vakantieplek waar je als kind altijd naar toe ging, het bezoek aan het bijzondere huis van opa en oma, of  een leraar die indruk op je gemaakt heeft. Allerlei positieve herinneringen  gevormd in de kindertijd, geven ongemerkt sturing aan ons leven. Op de een of andere manier heb ik het gevoel dat ik op dit soort momenten dichter bij mijn ziel kom.

Zelfgevoel van narratieve identiteit

In wat we meemaken ervaren we wie we zijn. Waar we ons mee identificeren geeft vorm aan onze identiteit; komt tot leven. Herinneringen vertellen is een ‘dynamisch en creatief moment van identificatie’ met wat we hebben meegemaakt. Herinneringen komen in onszelf, en in de ontmoeting met de ander tot leven en ontwikkelen zich verder. Ze definiëren wie we zijn in gebeurtenissen, die de bouwstenen van onze identiteit vormen. Ons brein organiseert onze herinneringen  rondom een thema. William James spreekt van belevingsvelden waarin deze ordening plaatsvindt. 

Literatuur  

Breuer, F (2006) Storytelling als interactieve interventie. Toepassen van de narratieve              

             benadering in organisatieverandering. Pagina 61-78 in Interveniëren en veranderen.

             Zoeken naar betekenis in Interactie. Uitgeverij Boonstra, j& De Caluwé, L Kluwer.

Brokken, J. ( 2014) Baltische Zielen. Libris.

Cornelis, A (1998)  Logica van het gevoel. Filosofie van de Stabiliteitslagen in de Cultuur als

                 nesteling der Emoties. Amsterdam. Stichting Essence.

Cornelis, A. ( 1999)  De vertraagde tijd. Revanche van de Geest als Filosofie van de

                 toekomst. Amsterdam. Stichting Essence.

Damasio, A.R. (2003) De vergissing van Descartes. Gevoel, verstand en het menselijk brein.

              Amsterdam. Uitgeverij Wereldbibliotheek.

Damasio A.R. (2001) Ik voel dus ik ben. Hoe gevoel en lichaam ons bewustzijn vormen.

               Amsterdam. Uitgeverij Wereldbibliotheek.

Damasio, A.R. ( 2003) Het gelijk van Spinoza. Vreugde, verdriet, het voelende brein.

              Amsterdam. Uitgeverij Wereld Bibliotheek.

Draaisma, D. ( 2016) Als mijn geheugen me niet bedriegt. Groningen. Historische Uitgeverij.

Gendlin, E. ( 1981) Focussen. Gevoel en je lijf. Haarlem. De Toorts.

Gerritse, T.A.C.M. (2016) Over de kleine dingen. Een inleiding in de haptonomie. Houten.

               Bohn Stafleu Van loghum.

Grass, G (2010) De rokken van de ui. Amsterdam. Uitgeverij Meulenhof.

Hermsen, J.j. (2010) Windstilte van de ziel. Baarn. Uitgeverij Ten have.

Hillman, J. (1997) De code van de ziel. Hoe je levenslot te bepalen. Amsterdam. Uitgeverij  

                Bert Bakker.

Kasanmoentalib, S ( 1989) De dans van dood en leven. De Gestaltkreis van Victor von

                Weizӓcker in zijn wetenschapshistorische en filosofische context. Zeist. Uitgeverij

                 Kerckebosch.

Kayser, W. (1995) Vertrouwd en o zo vreemd. Over geheugen en bewustzijn. Amsterdam.

                 Uitgeverij Contact.

Kayser, W (2000) Het boek van de schoonheid en de troost. Amsterdam.Uitgeverij Contact.

Knapen, M ( 1986) Tasten in het duister, voelen in het licht. Een haptonomische studie over       

                 mensen die blind zijn in een wereld van mensen die zien. Eigen uitgave.

Krishnamurti, J. (2003)  Krishnamurti over krishnamurti. Den Haag. Sunthese.

Lambrechts, G (2001)  De Gestalttherapie. Tussen toen en straks. Berchem.  EPO

Levine, P, A. ( 2018) Trauma. Hoe brein en lichaam traumatische ervaringen levend houden.

                   Eeserveen. Mens.

Linschoten, J. ((1959) Op weg naar een fenomenologische psychologie. De psychologie van

                   William James. Utrecht. Erven J Bijleveld. 

Matena, D, Toonder, M. ( 2009) Wat jij jonge vriend. Brieven 1979-1991. Amsterdam.

                    De Bezige Bij.

O’Donohue, J (2000) Anam Cara: Mystiek uit de Keltische wereld. Baarn. Ten Have

Oegema, J. (2012)  De stille stem. Niet-weten als levensbeshouwing. Amsterdam.

                   NieuwAmsterdam Uitgevers

Peat, F.D., ( 1997) Infinite Potential. The Life and Times of David Bohm. Massachusetts.

                  Helix Books. Addison-Wesley

Pollman-Wardenier, W Dijkhuis, J.J. Troost, T (1998) Verkenningen in de haptonomie.

                  Tastzin, emotie, therapeutische begeleiding. Bruna

Sardello, R ( 2006) Silence, The Mystery of Wholeness. Berkeley. California. Golden Stone  

                 Press

Siegel, J.S. (1999)  The developing mind. How relationships and the brain interact to shape

                  Who we are. New York. The Guildford Press.

Veldman, F (1987) Haptonomie. Wetenschap der affectiviteit. Utrecht. Erven J Bijleveld

Vossen, T (1967) Zichzelf worden in de menselijke relatie. Een ontwikkelingspsychologische   

                   studie van de Rogeriaanse grondhouding en haar verwerkelijking in        

                   psychotherapie, onderwijs en bedrijfsleven. Haarlem. De Toorts.

Wal, K van der (2020) De symfonie van de natuur. Gompel&Svacina.

Wiking, M., ( 2019)  De kunst van herinneringen maken. leer hoe je je mooiste momenten    

                      kunt koesteren. Amsterdam. A.W. Bruna Uitgevers.

Yalom, I D. ( 1980) Existential Psychotherapy. New York. Basic Books, Inc., Publishers.

Yalom, I.D. (2017) Dichter bij het einde, terug naar het begin. Memoires van een psychiater.

                     Amsterdam. Balans.

                                                   

Print Friendly, PDF & Email