De kwetsbaarheid en veerkracht van ons brein

Aan de hand van het boek: Gevangen in je hoofd van de Psychiater Turnbull bespreekt Mark de Jonge de betekenis van het werken met ‘ Kamers van de Geest’ voor post traumatische stress stoornis.

“Voor de krijger opent een ervaring van een droevig en teder hart de deur naar onbevreesdheid. Werkelijke onbevreesdheid wordt voortgebracht door tederheid. Zij komt voort uit onze bereidheid ons hart, ons rauwe en prachtige hart, te laten kietelen door de wereld. We zijn bereid ons zonder weerstand of verlegenheid te openen en de wereld te confronteren”. Chögyam Trungpa.

Inleiding

Verhalen vertellen over gebeurtenissen die ons geraakt hebben brengen ons in contact met onze kwetsbaarheid. Onze veerkracht komt tot uiting in de wijze waarop we vorm kunnen geven aan de betekenisgeving van gebeurtenissen in onze verhalen. Zinvolle en samenhangende verhalen maken ons sterk zodat we de wereld kwetsbaar tegemoet kunnen treden bij nieuwe uitdagingen. De bron van kwetsbaarheid en veerkracht is ons brein. We kunnen veel ontdekken over de veerkracht en kwetsbaarheid van ons brein wanneer we ons verdiepen in het ontstaan van trauma’s en hoe trauma’s zich manifesteren in lichaam en geest, en hoe we trauma’s kunnen genezen.

Dat we als mens getraumatiseerd kunnen worden laat onze kwetsbaarheid zien. Dat wil zeggen dat we door gebeurtenissen krachtig geraakt en getroffen kunnen worden in het diepst van ons mens-zijn. Een trauma ontstaat doordat ons brein de gebeurtenissen niet voldoende kan bevatten en verwerken. De gebeurtenissen zetten zich dan gefragmenteerd vast in een verwevenheid van lichaam en geest. Hetgeen kan leiden tot een post traumatische stress stoornis. Maar kwetsbaarheid moet echter niet gezien worden als een vorm van zwakte of ziekte. Kwetsbaarheid is inherent aan mens-zijn. Er is moed voor nodig om de wereld kwetsbaar tegemoet te treden. In die zin kan kwetsbaarheid ons in contact brengen met innerlijke kracht en schoonheid, en is van een grote betekenis voor de menselijke relatie. Het is in de menselijke relatie waar de kwetsbaarheid zich kan openbaren waardoor intimiteit mogelijk wordt.  “Mijn leidraad vormt het ideaal van gelijkwaardige relaties: welwillend, respectvol, betrokken, verbindend, opbouwend. Op zoek naar essentieel contact. In veel opzichten functioneert de wereld (nog) niet zo, maar spreekt gelukkig velen aan dit in hun omgeving na te streven.“ Fedia Jacobs
Juist daardoor hebben we zelfs in moeilijke omstandigheden een positieve kracht en kunnen we positieve ruimten in onszelf mobiliseren.

Gevangen in je hoofd

In dit artikel vertrek ik vanuit het boek ‘Gevangen in je hoofd’ van Gordon Turnbull (2012). Een boek dat me heeft gegrepen en dat ik in mijn hart draag. Het is een geïnspireerd boek van een oprecht en zeer betrokken, holistisch onderzoeker die denkt en handelt met gevoel. Het ademt de sfeer van een spannend jongensboek. Zijn verhaal begint tijdens zijn opleiding tot arts aan de Edinburg University, die hij vervolgt bij de Royal Airforce. Hij leert daar hoe belangrijk, naast observatie, een contact gericht gesprek is voor een arts is om tot een juist diagnose te komen. Hij raakt steeds meer geïnteresseerd in de geest en de invloed van de geest op het lichaam en besluit psychiater te worden. Hij ontdekt door de mensen die hij behandelt de grote invloed van trauma’s op geest en lichaam, of nog sterker uitgedrukt; de verwevenheid van lichaam en geest bij de ontwikkeling van trauma’s.

Zijn boek is een persoonlijk verslag en beschrijft het baanbrekend onderzoek wat hij heeft verricht naar Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) bij de Royal Airforce. Hij werd specialist op het gebied van de effecten van trauma op het menselijk brein. Hij ontzenuwt de gedachte dat alleen mensen met een zwak geestelijk gestel last krijgen van angstaanvallen, flashbacks, agressie, nachtmerries en een sterk gevoel van isolement. Trauma kan niet alleen ontstaan bij soldaten die in oorlogsgebieden hebben gebivakkeerd maar ook bij hulpverleners die assisteren bij een ramp. Een primair trauma kan al ontstaan door korte onverwachtse en vaak heftige gebeurtenissen – zoals een verkeersongeluk of een overval – waarbij een brein niet begrijpt wat het heeft waargenomen.

Alles wat we ondernemen, wat we creëren, dat ons overkomt, waarin we verzeild raken, waaraan we deelnemen, we fantaseren en dromen, dat we bewust en onbewust beleven, laat voortdurend sporen na in ons brein. Deze sporen zijn als een soort verhaal fragmenten verweven in ons lichaam en onze geest. Sommige gebeurtenissen en ervaringen zijn zo onverwachts – of juist geleidelijk en langdurig – schokkend en bedreigend – dat ze ons vertrouwen in ons zelf en ons beeld van de werkelijkheid verstoren. We slaan dit soort ervaringen gefragmenteerd op omdat we niet in staat zijn ze te integreren. We worden bij traumatiserende ervaringen overspoeld door zintuiglijke indrukken, lichaamservaringen, handelingen, emotionele belevingen, beelden en gedachten die geen betekenisvolle georganiseerde en gestructureerde verhalen vormen. Ze creëren acute en soms ook voort durende stress die een grote impact heeft op onze fysiologische en psychische ervaringen. Het is belangrijk daar goed over te kunnen spreken. Turnbull spreekt in de context van de Royal Airforce niet over psychotherapie maar over ‘debriefing’

Psychische debriefing hield in dat de gebeurtenissen, alsmede de gevoelens en emoties die ermee werden geassocieerd, na het vastgestelde ‘traumatische voorval’ gedetailleerd en in het juiste tijdpad werden bekeken. Het belangrijkste doel was om zonder vervorming de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen te reconstrueren, om de overlevenden in staat te stellen de feiten in zich op te nemen, de betekenis ervan volledig te bevatten – je kunt het ook omschrijven als de hersenen een kans geven om het trauma te verwerken- zodat hij zich emotioneel kon uiten met zicht op herstel en een normaal leven.” Turnball

Op een intensieve wijze beschrijft Gordon Turnbull verder hoe belangrijk een grondige en persoonlijke ‘debriefing’ is aan de hand van een aantal voorbeelden uit zijn praktijk. De begeleiding van soldaten uit de Falkland oorlog waar hij nauw bij betrokken was, zijn begeleiding van de terugkeer van de gijzelaars John McCarthy en Terry Wait na vijf jaar uit Libanon en het spreken met de bergreddingswerkers van de Royal Airforce bij de vliegtuigramp bij Lockerbie. Door tijdige debriefing kan een post traumatische stress stoornis worden voorkomen.

We weten dat bij acute stressreacties het ongeveer een maand kan duren voordat de hersenen naar een normale toestand terugkeren. Als dit niet gebeurt, betekent dit dat de stressreactie chronisch is en dat er een bepaalde vorm van behandeling nodig is.” Turnbull

Deze behandeling kan volgens Turnbull alleen plaats vinden in een relatie waarin vertrouwen en oprecht gedeelde aandacht mogelijk is. Waarbij het belangrijk is dat de ‘debriefing’ zo snel mogelijk plaats vind na de traumatiserende gebeurtenis. Hierdoor kan voorkomen worden dat het trauma zich ‘vastzet’.

Wanneer er geen tijdige psychische hulp is ‘ommuren’ we deze ervaringen in ons bewustzijn. Ons brein creëert dan door dissociatie afgescheiden ruimten die vervolgens ter zelfbescherming, wanneer er geen ruimte is voor verwerking, worden verdrongen. Maar soms blijft het slachtoffer wel vanaf de traumatische gebeurtenis jarenlang bestookt worden door emotionele flashbacks die ook een innerlijke ruimte vormen. Fedia Jacobs, als psychiater werkzaam bij het Sinai Centrum voor oorlogslachtoffers, sluit aan bij psychodrama wanneer hij spreekt van decors.

Om helder te krijgen hoe traumatisering door tijd en generaties heen kan werken, gebruik ik de metafoor van een toneelopstelling. Stelt u zich een theater voor met alleen een podium. De ruimte, het decor is in drieën verdeeld. Tussen de podiumdelen zijn doorzichtige schotten geplaatst. U kunt hier doorheen kijken en zo twee andere delen van een afstand zien, maar u kunt niet zomaar van het ene naar het andere deel van het podium gaan. In dat geval zou u moeten ‘omlopen’. De drie podiumdelen staan voor zogenoemde innerlijk decors. Een dynamisch geheel van plaatsen, ervaringen, ontmoetingen en hun betekenissen voor het leven van ieder individu. Een innerlijk decor staat altijd aan en prikkels van buitenaf hebben er invloed op. Maar we zijn ons hier niet voortdurend bewust. We weten meestal niet op welke gebeurtenissen of welk tijdvak we het meest zijn georiënteerd. Laat staan dat een metgezel kan weten wat er bij ons speelt. Mensen zijn zich evenmin bewust van de wederzijdse beïnvloeding door elkaar innerlijke decors.” Fedia Jacobs

Op het psychodramatoneel is mij ook heel duidelijk geworden hoe mensen hun ervaringen als herinneringen in ’ruimten’ ordenen en opslaan. Ik ben deze ruimten kamers van de geest gaan noemen. Er zijn zowel positieve als negatieve kamers van de geest. Trauma’s kunnen sterk ommuurde ruimten vormen, die vervolgens worden verdrongen. Op een bepaald moment – bijvoorbeeld tijdens psychotherapie – kunnen de deuren van deze ‘trauma kamers’ onverwachts opengaan. Mensen komen vaak in eerste instantie vanwege depressieve gevoelens en lichaamsklachten in psychotherapie. Ze zijn zich dan niet altijd bewust dat ze een trauma met zich mee dragen. Wanneer tijdens de therapie hun lichaamsbeleving sterker en hun spierspanning bewuster wordt, gaan ze hun angst en daarmee verbonden herinneringen ervaren. Deze herinneringen zijn vaak nauw met de spierspanning verbonden. Dit is een moeilijke fase in therapie omdat, als deur van de kamer in het bewustzijn eenmaal opengaat, de spanning en de angst alles overheersend kan worden. Ze keren in hun bewustzijn terug naar de periode waarin het trauma is ontstaan en komen daar bijna niet meer van los. De hier onderstaande casus uit mijn boek is een mooi voorbeeld hoe onverwachts en krachtig deze ervaringen zich kunnen openbaren.

Zoals een dertigjarige man, die opgegroeid is met een dominante vader en depressieve moeder, opeens midden in een gesprek stilvalt. Hij kijkt me plotseling met grote ogen aan, spant zijn kaken en zegt: ”Je denkt toch niet dat ik jou nog iets ga vertellen.” En blijft vervolgens vijandig maar mij staren. Ik ben verrast en voel me niet op mijn gemak. Dan begint langzaam tot me door te dringen dat hij dit niet werkelijk tegen mij zegt. Ik vraag: ”Waar ben je?” Hij knippert met zijn ogen en zegt:’’ Ik zie nu opeens mijn vader. Ik zei het niet tegen jou maar tegen mijn vader. Ik voel me weer midden in die depressieve sfeer thuis zitten. Ik ben heel gespannen in mijn gehele lichaam. De angst stroomt door mijn rug. Zo lig ik soms ‘s nachts uren wakker in bed. Ik besef nu dat ik me thuis in Velp bijna altijd zo voelde. In de gesprekken hierna legde ik hem het concept van de ‘kamer van de geest’ uit. Hierdoor werd deze situatie minder bedreigend en beter hanteerbaar. Hij zei dan :“ Ik zit weer in de ‘kamer van Velp’” De eerste maanden hierna bleef deze ervaring hem achtervolgen. In sommige zittingen zat hij me alleen maar aan te kijken en zei vrijwel niets. De therapieruimte werd als het ware de woonkamer vroeger thuis. Een ‘kamer van de geest’ kan zich dus als krachtige driedimensionale overdracht manifesteren. Zijn gehele lichaam begon dan zeer te doen. Hij was in elk geval cognitief sterk genoeg om daardoor heen het besef te houden dat ik niet zijn vader was. Hierdoor bleef de samenwerkingsrelatie bestaan, ook als hij gevangen zat in de ‘kamer van Velp’. Langzamerhand leerde hij zichzelf hierin sturen, doordat ik hem begon te vragen over de situatie waarin hij zich bevond. Ik liet hem beschrijven hoe zijn ouderlijk huis eruit zag. Door dit proces van mentalisering lukte het hem steeds beter er weer uit te stappen. Het werd mogelijk voor hem zelf te kiezen deze kamer binnen te gaan en zijn emoties te uiten die hij ervoer in de vele verhalen uit zijn jeugd die hij begon te vertellen. Daarna heb ik hem voorgesteld een andere stoel uit te kiezen en erop te gaan zitten als hij de ‘kamer van Velp’ binnen gaat. En weer van de stoel af te komen om uit de kamer te gaan. Daardoor manifesteerde deze kamer zich steeds minder als overdracht naar mij als therapeut en vulde niet meer de gehele therapieruimte. Hij ging zich langzaam in de therapieruimte weer veiliger en minder gespannen voelen. Na ongeveer acht maanden was hij in staat om over de ’ kamer van Velp’ als een soort cognitie te spreken, zonder er meteen in te stappen.” de Jonge

Turnbull verdiept zich in verschillende theorieën om meer te begrijpen van hoe de processen van traumatisering en genezing zich voltrekken. Hij gaat onder andere in op de dual representation theory van Chris Brewin die het proces van de bovenstaande casus nader kan verklaren.

Volgens Chris Brewin, professor in de psychologie aan het University College, bevat ons brein twee geheugensystemen: SAM (situationeel toegankelijk geheugen) in de rechterhersenhelft en VAM (verbal toegankelijk geheugen) in de linker hersenhelft. Brewin ziet VAM als een wegennet dat ons spraakcentrum, beide hersenhelften en, tot op zekere hoogte, het limbisch systeem (emoties) met elkaar verbindt, zodat iemand vrijwillig zo nodig een deel van zijn persoonlijke geschiedenis kan terugvinden. Iemand kan het voor zijn eigen gebruik opnieuw afdraaien en het aan anderen uitleggen, en dat kan zonder angst, woede of depressie. Door taal en vertellen kunnen ervaringen afstandelijk – zonder in het verhaal te stappen en herbeleving – overgebracht worden. Het VAM is samenhangend: het omvat een autobiografisch geheugen. Terwijl het VAM-systeem gebruik maakt van de verbale methode en gemakkelijk toegankelijke informatie bevat die aan anderen kan worden overgebracht en in iemands autobiografische geheugen geïntegreerd is, omvat het SAM-systeem informatie die bestaat uit beelden de via verschillende kanalen worden ontvangen. Op beelden gebaseerde informatie is niet verbaal gecodeerd, daardoor moeilijker over te brengen op anderen en in het autobiogafisch geheugen te integreren.

Aangezien het VAM-systeem afhankelijk is van een goed functionerende hippocampus, zei Brewin, wat onder hoge stress kan verminderen, kunnen herinneringen aan het trauma gefragmenteerd worden waardoor ze niet langer in de juiste volgorde staan. Het SAM-systeem aan de andere kant wordt minder beïnvloed door stressniveaus, waardoor zintuiglijke herinneringen sterker kunnen zijn terwijl ze niet zo gemakkelijk in woorden zijn uit te drukken. Om, echter, effectief in het autobiografisch geheugen te worden geïntegreerd, moeten de zintuiglijke herinneringen worden overgebracht naar het VAM-systeem.” Turnball

Dit is wat de casus over de ‘kamer van Velp’ laat zien. De gesprekken begonnen onverhoeds vanuit het SAM – geheugen. Dit verklaart ook waarom erin het begin vaak weinig woorden waren, ondanks de sterke sfeer en emoties vanuit de kamer van Velp. Het overkwam hem, hij werd overspoeld en overweldigd. Langzamerhand kwamen er door de zelfreflectie steeds meer woorden en werd meer en meer de verbinding naar het VAM – geheugen gelegd. Dit is wat Fonagy et.al ( 2008) het mentalisatieproces noemt. De emotionele lichamelijke en beeldend ruimtelijke ervaringen werden steeds meer verdicht tot cognities. De cliënt kon er steeds afstandelijker over spreken en uiteindelijk de deur naar de kamer van Velp zelf openen en sluiten.

Integratieve en contactgerichte benaderingen zoals psychodrama, gestalttherapie en haptotherapie en onze eigen Creattitude zijn heel effectief om herinneringen uit het SAM – geheugen naar het VAM – geheugen te brengen, omdat tijdens het uitspelen van het verhaal voortdurend het handelen, spreken, de emotionele beleving, de lichaamsbeleving en de denkbeelden en taal gecombineerd worden. Gefragmenteerd zintuiglijke en emotionele herinneringen worden in een contextuele situatie geplaatst en als cognities opgeslagen in het VAM – geheugen. Bij de inrichting van het decor worden ook de zintuiglijke indrukken en lichaamsbeleving sterk betrokken. Er wordt ook stilgestaan bij de emoties en gedachten in relatie tot zichzelf – interne rollen en daarmee verbonden dilemma’s – die al bestonden voor het traumatiserende verhaal plaatsvond en mede bepalen hoe een trauma verwerkt kan worden. En vaak wordt gebruik gemaakt van positieve verhalen vooraf of na het uitspelen van het trauma. Ook Fedia Jacobs (2012) maakt – geïnspireerd door een eigen traumatische ervaring – in zijn begeleiding bij het loskomen van trauma’s gebruik van positieve verhalen middels geleide fantasie.

Na mijn ongeluk zie ik niet alleen ’s nachts, maar ook overdag de trein om me afkomen. Ik zit met autopech vast op de overgang, krijg de veiligheidsriem niet los, zie de trein komen aandenderen, raak verlamd van angst en geef het op. Een heldhaftige passant rukt de autodeur open en sleurt me naar buiten. Seconden later verbrijzelt de trein mijn voertuig. Tijdens een levendige herinnering aan het ongeluk valt mijn oog een fotoboek van mijn reizen. In een reflex ruk ik het uit de boekenkast, sla het open en bekijk de eerste de best foto. Het beeld van de hoge bergtoppen blijkt mijn aandacht af te leiden. De paniek en spanning ebben weg. Ik besluit deze ervaring te gebruiken met getraumatiseerde cliënten.” Fedia Jacobs

Het voorbeeld van Fedia Jacobs laat zien hoe nauw fysiologische processen verbonden zijn met specifieke kamers van de geest. De lichaamsbeleving en motoriek kan met de wisseling van een negatieve kamer naar een positieve kamer – of omgekeerd – in een fractie van een seconde veranderen. Het bewust contact maken met een positieve ervaring – zoals Fedia opgaat in natuurbeelden van de bergen – is een vorm van cognitieve zelfsturing. Door dit herhaaldelijk te doen wordt er een positieve kamer van de geest gecreëerd. Ons vermogen om op te gaan in een positieve kamer- een ommuurde positieve emotionele ervaring – is vaak veel groter dan we beseffen. En hoe vaker we dat doen, hoe meer het wordt ingetraind in onze hersenen en hoe gemakkelijker het wordt. Dit is meer dan alleen kiezen voor positieve gedachten. Het is een gebruik maken van herinneringen aan positieve gebeurtenissen en deze opnieuw zodanig oproepen dat deze ook emotioneel beleefd worden. Er is een emotie nodig met bijbehorende lichaamsbeleving, motoriek en denkbeelden om los te komen van krachtige emoties als angst, boosheid, eenzaamheid, verdriet, hulpeloosheid. Soms zijn er ook nieuwe verhalen nodig met positieve en zelfbevestigende ervaring als uitbreiding van de identiteit. Zoals in onderstaande casus waar de cliënt een nieuwe sociale rol toevoegt aan zijn identiteit.

Als sport koos hij wielrennen. Hij kocht een racefiets en daar bijbehorende kleding. Hij leerde hoe hij op de dunne bandjes kon fietsen. Het aankleden als fietser werd een heel ritueel, waar hij wel een half uur voor uittrok. Het oppompen van de banden, het smeren van de ketting, het vullen van zijn bidon, het controleren van de kilometerstand en de tijd van vertrek waren de vaste handelingen hier had hij veel plezier in. Hij fietste het liefst ‘s morgens heel vroeg op de zaterdag. Vond leuke en uitdagende fietsroutes. Genoot van de ochtendsfeer en de rust als hij nog in zijn eentje over de dijken fietste. Hij werd een gedreven fietser, ervoer een sterk gevoel van vrijheid, genoot van de prachtige uitzichten, de mooie natuur. Na alle jaren waar hij vooral een zittend bestaan leidde, voelde hij zijn beenspieren steeds sterker worden, zijn ademhaling werd dieper, soms na enige uren begon zijn nek zeer te doen. Zijn inmiddels veelzijdige lichaamsbeleving werd steeds intenser. Hij ontwikkelde zijn eigen denkbeelden over fietsen. Kocht boeken over wielrennen. Dacht na over hoe hij de fiets het best kon onderhouden. Zo ontwikkelde deze sociale rol zich tot een ruime en zeer prettige kamer in zijn geest. Hij hoefde soms zijn ogen maar dicht te doen en in gedachten deze kamer te betreden en hij waande zich al op de fiets.” de Jonge

Dit soort kamers van de geest, worden krachtiger naarmate ze vaker worden betreden en vormen rustpunten van de geest. Een kamer van de geest komt voort uit verhalen en wordt opgeslagen als een cognitie. Door cognitieve zelfsturing kunnen we deze cognities oproepen, en in de verhalen stappen die besloten liggen in deze cognitie. Omgekeerd kunnen we door de verhalen van een ‘trauma kamer’ toe te laten, te beleven en te vertellen er cognitief weer uit leren stappen en een overweldigend trauma reduceren tot een cognitie waarvan de deur gesloten kan worden.

Ten slotte

In het verwoorden van de traumatiserende gebeurtenis, het vertellen en ordenen van het gehele verhaal wordt vaak eerst de kwetsbaarheid geopenbaard en vervolgens de veerkracht van ons brein ervaren. De emotionele herbeleving tijdens het vertellen, het werken met innerlijke rollen en dilemma’s, en de stimulering van een positieve ontwikkeling van de identiteit dragen allen bij aan de genezing van het post traumatisch stress stoornis. Turnbull beschrijft uitgebreid de complexiteit en kracht van de daarmee verbonden lichamelijke en psychische processen. Hij heeft in beeld gebracht hoe hij en zijn collega’s zich grondig hebben verdiept in diverse psychotherapeutische disciplines en wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de verschillende visies en methodieken. Evenals Chris Brewin ontwikkelt hij een holistische mensvisie en een integratieve methodiek voor het begeleiden van mensen.

Dit alles heeft mij nog meer de ogen geopend voor de mogelijkheden die psychodrama heeft voor het begeleiden en stimuleren van veranderingsprocessen, juist doordat in psychodrama voortdurend de verschillende aspecten van het psychotherapeutisch proces gecombineerd kunnen worden. Het mooie is dat wanneer je een protagonist tijdens psychodrama begeleidt en goed luistert, kijkt, voelt en nadenkt de protagonist zelf aangeeft wat er nodig is. Veel psychodrama’s heb ik dan ook ervaren als een levende illustratie van de kwetsbaarheid en een daarmee verbonden veerkracht die tot uiting komt in de enorme creativiteit van ons brein om problemen op lossen, nieuwe antwoorden te vinden, zware tegenslagen te verwerken en een soms moeilijke en pijnlijke werkelijkheid te accepteren.

Literatuur

 

Print Friendly, PDF & Email